Over en weer

Over en weer
Cees Nooteboom, Remco Campert

Het laatste nummer van Castrum Peregrini (278/279; 2007) droeg de titel ‘Freundschaft, Vorstellung und Bedeutung’. Er stond een gesprek afgedrukt tussen Cees Noteboom en Rüdiger Safranski dat bij Castrum Peregrini plaats vond en de vriendschap tussen de beide verschillende denkers weerspiegelde. Een cruciaal moment in hun relatie was – beklemtoonden ze alle beide – het verschijnen van Cees’ roman ‘Phillip en de anderen’. Die lijkt toch zijn leven in twee tijdperken in te delen. Ervoor en erna. Zo verbaast het me ook niet dat Cees er weer naar verwees toen hij met Remco Campert op toneel van de Melkweg stond tijdens de slotavond van het Weerwoord festival op 1 februari 2009.

imagesHet zijn twee iconen van de Nederlandse literaire wereld, op leeftijd, en de ene heeft  meer met de bijbehorende sentimentaliteit te ‘campen’ dan de ander. Ze hebben elkaar leren kennen, hoe kan het anders, in een kroeg. Er was meteen een klik. Ze hadden elkaar iets te vertellen maar het was ook duidelijk dat regelmatige uitwisseling moeilijk zou worden, doordat hun  levens niet in hetzelfde ritme en helemaal niet in dezelfde ruimtelijke sferen verliepen. Ze gingen elkaar dus schrijven, zoals het hoort voor schrijvers, maar dan gedichten, alleen maar gedichten. Over en weer dus. Met variërende periodes ertussen. En daar staan ze dan beiden en lezen afwisselend voor wat ze elkaar te zeggen hadden. En dat is schitterend. Wat een genadeloze openheid over de wederzijdse gevoelens en verschillen in leefwerelden. Wat een ontroerende waardering voor juist die verschillen. En dan: de tijd, de tijd die afstand brengt, verandering in ideeën, afstand en dood. Händel schreef een opera betiteld ‘Il trionfo del tempo e della verità’ (De triomf van tijd en waarheid). Je zou dit bundeltje kunnen noemen: de triomf van de waarheid over de tijd. En omdat je het niet zo makkelijk met goddelijke grootheden zoals de tijd kunt opnemen moet je toch wel in staat zijn om jezelf enorm te relativeren. Wie klein is moet slim zijn zegt men en in die zin hebben we het met enorme slimmerds te maken.

‘Toch vriend van oudsher/ hoe komt het dat ik niet vergeet/ wat ik niet meer voel’ schrijft Remco en Cees antwoord: ‘Waar blijft alles / nu we er zelf / nog zijn? / Hoort wat ooit bestond / dan niet meer bij ons, of hoe vervormd? // En toch, dat hooi in de zomer / in het hart van de winter, / hoe komt het dat ik weet / wat je zegt?’

Gek genoeg is dit prachtbundeltje nooit eerder besproken. Bij deze dus en met overtuiging. ‘Over en weer’ is verschenen bij Atlas en meer dan de moeite waard. Een kleintje, maar erg slim.