O Muze!
De Hallen Haarlem Zomerserie
6 juni t/m 30 Augustus 2015
voor deze grote zomertentoonstelling in museum De Hallen Haarlem zijn er drie ‘portretten’ van Gisèle van Waterschoot van der Gracht geselecteerd, van Joep Nicolas, Charlotte van Pallandt en Koos Breukel.
De mooi uitgevoerde, verzorgde catalogus bevatte de onderstaande tekst geschreven door conservator moderne kunst Antoon Erftemeijer Frans Hals Museum / De Hallen Haarlem:
GISÈLE VAN WATERSCHOOT VAN DER GRACHT (1912-2013)
Vele kunstenaars hebben haar geportretteerd. De glazenier/schilder Joep Nicolas meermaals, toen zij hem als jonge vrouw in de jaren 1930 assisteerde bij diens glas-in-loodwerken en hem boeide door haar uiterlijk en artistieke talent.1 Dan de Duitse schilder Max Beckman, toen deze tijdens de Tweede Wereldoorlog in Amsterdam ondergedoken zat; hij noemde haar later ‘eine meiner Getreusten’.2 De beeldhouwster Charlotte van Pallandt vereeuwigde haar markante hoofd. En de fotograaf Koos Breukel maakte een serie portretfoto’s van haar toen zij 100 jaar was geworden. Gisèle van Waterschoot van der Gracht – over haar gaat het hier – kon op dat moment terugkijken op een niet alleen lang, maar ook artistiek vruchtbaar en zeer internationaal leven met vele inspirerende contacten.
Zelf inspireerde zij niet alleen mede-kunstenaars tot portretten als de genoemde, en later in haar leven tot een documentaire en zelfs een roman (‘Gisèle’ (2012) van Susan Smit). Ook was zij steun en toeverlaat voor collega’s en anderen die in de Tweede Wereldoorlog bij haar onderdoken of anderszins een beroep op haar deden, onder wie ook schrijvers als Adriaan Roland Holst en Eddy du Perron. Haar eigen beeldende werk is zeer veelzijdig, variërend van schilderijen en ruimtelijke werken tot series wandtapijten en expressieve glas-in-loodramen (Nieuwe Bavo te Haarlem, Begijnhof te Amsterdam, en elders). Kunst maken was voor haar een zoektocht: ‘Het màg niet anders dan moeilijk zijn’, stelde zij zelfs ooit.3 Vernieuwing schuwde zij allerminst, zij het vanuit een besef van afhankelijkheid van het verleden: ‘Als het goed is, begint men waarschijnlijk steeds weer opnieuw, hoewel nooit iets zomaar uit het niets komt. Wat boven de aarde zijn kop uitsteekt, spruit altijd voort uit de zaadkorrel eronder. Tussen wat is en wat was is altijd een samenhang.’4
In het pand Herengracht 401, Gisèles vaste woning en uitvalsbasis sinds 1941, werd door haar, de Duitse dichter Wolfgang Frommel en anderen in 1950 het eerste nummer van het literaire tijdschrift ‘Castrum Peregrini’ uitgebracht. Daarmee werd de basis gelegd voor een enkele jaren later officieel opgerichte stichting met dezelfde naam en op hetzelfde adres, met een muzische culturele bestemming: uitgeverij van een eigen tijdschrift en boeken, evenementenplek, en ruimte voor exposities en ontmoetingen. Een inspirerende en internationaal gerichte, geëngageerde ‘intellectual playground’ (zoals het centrum zich tegenwoordig noemt5) waarvan Gisèle decennialang beschermvrouwe en drijvende kracht is geweest. [A.E.]
Joep Nicolas (1897-1972)
Portret van Gisèle van Waterschoot van der Gracht, 1935
Olieverf op doek,102 x 78 cm
Amsterdam, Collectie Castrum Peregrini
Charlotte van Pallandt (1898-1997)
Gisèle van Waterschoot van der Gracht, 1966
Brons, 56 x 38 x 27 cm
Eelde, Museum De Buitenplaats
Koos Breukel (1962)
Portret van Gisèle van Waterschoot van der Gracht, 2012
Inktjetprint, 60 x 40 cm [incl. lijst]
Amsterdam, particuliere collectie
1 – Twee andere portretten van Gisèle dan het hier gereproduceerde zijn in het bezit van de Roermondse Stichting 1880 (zie Stedelijk Museum Roermond). Zie over de relatie Nicolas-Gisèle o.a. Van der Varst 2014 en Nicolas White 1979. 2 – Smook-Krikke 2012, 47. 3 – Van Waterschoot van der Gracht 1956. 4 – Van Keulen en Van Waterschoot van der Gracht 1979. 5 – Zie verder de website van Castrum Peregrini (www.castrumperegrini.org).